We moeten het zorgproces omdraaien, betoogt Dennis Duiker. Dennis heeft ruime ervaring in de zorgsector én de welzijnssector en deelt zijn visie: we moeten niet meer beginnen bij het systeem, maar bij de mensen. In dit artikel legt hij uit wat dat betekent en hoe dat werkt!
Dennis: “Vaak lees en hoor je over ‘persoonsgerichte zorg’, ‘belevingsgerichte zorg’ en zelfs ‘patient centered healthcare’. Daarin staat de patiënt of inwoner letterlijk in het middelpunt van allerlei aanbieders en andere systeem-spelers. In onze proceslogica doen wij het precies andersom.”
Het moet anders
Want het moet anders, daar kunnen we niet omheen. “Of de inwoner het nu allemaal nodig heeft of niet: u mankeert wat, dus de overheid repareert dat. Maar het maakt de inwoner niet altijd beter. Althans, diens kwaliteit van leven wordt niet per se beter. Het lijkt aangenaam dat er iemand voor je komt zorgen. Iemand die je broek ophaalt en je toet afveegt. Maar als je de inwoner een betere kwaliteit van leven gunt, kun je er maar beter voor zorgen dat de inwoner zelf de broek leert ophalen en de toet leert af te vegen. Pas als hulpbronnen maximaal benut zijn en hulpmiddelen geen soelaas bieden, is professionele zorg en hulp aan de orde.”
“Als je de inwoner een betere kwaliteit van leven gunt, kun je er maar beter voor zorgen dat de inwoner zelf de broek leert ophalen en de toet leert af te vegen.”
Maar ook op andere gebieden is er verandering nodig. Wachtlijsten voor Hulp bij Huishouden zijn signalen voor de volgende opstoppingen in het zorgsysteem. Wachtlijsten langdurige zorg nemen toe: er komen geen bedden bij in verpleeghuizen. Mensen met dementie en andere ouderdomsziekten zullen thuis zorg moeten ontvangen. Zonder verandering loopt het verder vast.
“De bedoeling van de Wmo was dat alternatieven voor zorg in combinatie met algemene voorzieningen zouden voorkomen dat de inwoner een groot beroep doet op de geïndiceerde zorg. Maar recente rapporten laten zien dat die transformatie niet gelukt is. Rapporten over resultaten van sociale wijkteams schetsen bijvoorbeeld een somber beeld na bijna acht jaar sinds de decentralisaties.”
Andersom
De processen moeten anders. Ruim tien jaar geleden, bij het ontstaan van welzijn op recept, is er al een nieuwe proceslogica bedacht. Om het concreter handen en voeten te geven, leek nu pas de tijd rijp. “Empowerment van de inwoner en diens naasten is niet nieuw,” zegt Dennis. “Om dat gestructureerd te doen en meetbaar te maken is wel nieuw. Wij gaan naast de inwoner staan en vanuit dienst leefwereld kijken we naar de systemen en de spelers. Het is dus niet langer de dokter of de overheid die voorschrijft wat goed voor je is. Het is de inwoner die bepaalt wat passend is. Niet zelden is dat iets anders dan het aanbod van de zorgaanbieder.”
“Zonder verandering loopt het verder vast.”
Nieuwe proceslogica is nodig: nieuwe manieren om stappen te zetten die het doel bereiken. Het huidige proces begint bij een keukentafelgesprek. (Sociale) wijkteams gaan met inwoners in gesprek om de vraag van de inwoner te verhelderen. “We zijn eraan gewend om daarbij te kijken naar de hulpvraag, en of deze met zelfzorg en mantelzorg opgelost kan worden. Als dat niet kan, kijken we naar de zorg. Dat is de huidige proceslogica.”
De wijkteams hebben niet genoeg tijd om te praten over alternatieven voor zorg. “Tijd voor coaching is er al helemaal niet,” zegt Dennis. “Bovendien is er in de huidige proceslogica nauwelijks een prikkel voor innovatie. Door het proces om te draaien zet je de zoektocht naar alternatieven voor zorg in een ander daglicht. Dat betekent niet meer beginnen met de claim, maar het gesprek starten met vragen over de levensloop, de uitdagingen en de ervaren kwaliteit van leven.”
De takenpuzzel
Om dit in de praktijk te brengen is een methode ontwikkeld die ‘de takenpuzzel’ heet. “De takenpuzzel helpt het wijkteam om gestructureerd met de inwoner en diens naasten te praten over wat er geleerd kan worden om aan zelfregie of zelfmanagement toe te komen. Het begint namelijk altijd met het aanvinken wat de inwoner zelf kan. “De bevestiging dat je niet bent overgeleverd aan anderen moedigt inwoners aan om creatief en positief naar de eigen vermogens te kijken. De inwoner staat bovendien open voor alternatieven en innovaties zoals digitale ondersteuning.”
Ook helpt de takenpuzzel om anders te kijken naar wat naasten zou kunnen bewegen om ondersteuning te bieden, ook als ze bijvoorbeeld verder weg wonen. “Dankzij de methode komen er andere krachten in beeld dan alleen die van zorgprofessionals. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een kleinzoon die niet komt stofzuigen maar wel de robot komt bedienen.”
“Dankzij de methode komen er andere krachten in beeld dan alleen die van zorgprofessionals.”
Deze nieuwe proceslogica heeft drie treden voor het voeren van een keukentafelgesprek.
Trede 1: het levensloopgesprek.
Hierin komt een aantal belangrijke zaken uit het leven van de inwoner aan de orde. Denk aan opleiding, werk, hobby’s en interesses, familie en vrienden, belangrijke levensgebeurtenissen, enzovoort. Het sluit af met de conclusie over wat belangrijk is voor de inwoner. De basis voor deze trede ligt in het concept ‘wat ertoe doet’ en de beweging ‘what matters to you’.
Trede 2: het gesprek over de belangrijkste gezondheidsaspecten.
Hier worden uitdagingen in beeld gebracht die de inwoner aan wil gaan. Dat gesprek wordt gevoerd aan de hand van de vragenlijst en het spinnenweb Positieve Gezondheid. Je kunt daarbij denken aan uitdagingen zoals meer bewegen voor betere conditie, minder zout eten om hart en vaten gezond te houden, nieuwe sociale banden aangaan, enzovoort.
Trede 3: de nulmeting van de ervaren kwaliteit van leven.
Aan de hand van een gevalideerde vragenlijst (MHQoL) wordt de ervaren kwaliteit van leven in beeld gebracht. Deze vragenlijst wordt later opnieuw aangeboden om de kwaliteit van leven te kunnen blijven volgen.
De puzzelstukken
“Na dat gesprek gaan we puzzelen en hulpbronnen en hulpmiddelen aanwijzen.” Dat puzzelen gebeurt met een aantal puzzelstukken.
Puzzelstuk 1: zelf doen en empowerment.
De inwoner is op de eerste plaats zelf een hulpbron. De gesprekstechniek is erop gericht dat er minstens vijf taken gevonden worden die de inwoner zelf kan uitvoeren. Die worden in kaart gebracht en vormen de basis voor het vervolg. Wat wil en kan de inwoner leren zodat een taak wel zelf uitgevoerd kan worden?
Puzzelstuk 2: hulp uit het sociale netwerk.
De ervaring leert dat er verlegenheid bestaat om naasten als hulpbron aan te spreken. In de takenpuzzel komt hulp van naasten aan de orde in het gesprek mét betrokkenen. Daarbij is het niet zozeer de vraag welke taken van de lijst uitgevoerd kunnen worden door een naaste, maar wel ‘wat als een naaste de taak zou uitvoeren?’. Zo komen bevorderende en belemmerende factoren in beeld die ervoor zorgen dat een naaste wel of niet bereid en in staat is om iets te doen. Daarbij kun je weer denken aan de kleinzoon die niet zelf komt schoonmaken maar wel de robot komt bedienen waarbij hij ondertussen een kopje koffie kan drinken met zijn oma.
Puzzelstuk 3: externe, voorliggende ondersteuning en hulp.
Als er taken overblijven, wordt de toolbox geopend. Dat is een digitale omgeving die speciaal ontworpen is om het kiezen van hulpmiddelen makkelijker te maken. Het is een soort online catalogus gevuld met talrijke hulpmiddelen. Van apparaten en apps tot dienstverlening. Elke maatschappelijke organisatie wordt uitgenodigd om instrumenten aan te bieden.
Puzzelstuk 4: voorbehouden en risicovolle handelingen.
Sommige taken zorgen voor risico’s voor de gezondheid van de inwoner en dienst naasten. Daarvoor zijn bevoegde en bekwame zorg- en hulpverleners nodig. Dat gaat vaak om medische zorg en specialistische hulp en ondersteuning. In de takenpuzzel is dit het sluitstuk van en persoonlijk plan.
Hoe de takenpuzzel leidt tot innovatie
De takenpuzzel is een mechanisme om innovaties aan te jagen. “Zo kwam de vraag naar dagbesteding in de open lucht veel voor,” vertelt Dennis. “Hierom is met lokale volkstuinverenigingen gesproken over hele kleinschalige vormen van dagbesteding bij de volkstuinders. Daarmee voegen we capaciteit toe aan het totale aanbod aan dagbesteding en besparen we geld, omdat de dagbesteding bij de volkstuinvereniging de helft goedkoper kan dan de dagbesteding in een zorginstelling.”
De methode staat niet op zichzelf en is verbonden aan een coachingsapp. Daarin worden programma’s aangeboden. Ook een online platform is onderdeel van de methode. Op dat platform, een soort digitale reisgids voor zorg en ondersteuning, kunnen alle aanbieders hun ondersteuning aanbieders. Dat geldt voor zowel commercieel aanbod (bijvoorbeeld maaltijdservices en robots) als maatschappelijk aanbod (zoals volkstuinverenigingen en wandelclubs). Ook dat stimuleert innovatie. “Door de vragen van inwoners aan de maatschappelijke en vrijwilligersorganisaties voor te leggen, ze aan te moedigen om een antwoord te formuleren én bij levering dit ook te belonen.”
Voor verschillende typen zorgvragen zijn er takenpuzzels. Er is al een takenpuzzel voor het gesprek over hulp bij huishouden. Later volgen takenpuzzels voor dagbesteding, langer thuis en begeleiding. Deze werkwijze is ontwikkeld door verschillende beroepsbeoefenaren zoals wijkteams, welzijn op recept, maatschappelijk werk, dementieconsulenten, wijkverpleging en de nieuwe zorgarrangeur. Meer informatie volgt na de zomer via www.takenpuzzel.nl.
Bron: Sociale Versnellers
Heb je vragen neem contact op met: