‘Mensen die slecht slapen, die vragen niet snel hulp. Ze denken: we zijn veilig, we hebben een dak, onze familie is in Oekraïne… wie zijn wij om te klagen?’
Traumatische ervaringen, onzekerheid over de toekomst en andere factoren zorgen ervoor dat Oekraïense ontheemden aan veel stress kunnen worden blootgesteld. Zij kunnen dan behoefte hebben aan psychosociale hulp. Maar zaken als wantrouwen en stigma kunnen mensen ervan weerhouden om toch aan te kloppen voor hulp. Hoe kan de drempel worden verlaagd zodat mensen wél in gesprek gaan?
De welzijnsorganisatie MOmenz en gemeente Stichtse Vecht startten met het voeren van checkgesprekken om antwoord te krijgen op deze vraag. Door het regelmatig voeren van vrijwillige, laagdrempelige gesprekken werd gewerkt aan de vertrouwensband. Zij zagen dat mensen makkelijker over hun mentale gezondheid begonnen te praten. Inmiddels kiest negentig procent van de bewoners zelf voor een gesprek.
Lessen voor de opvang:
- Voer periodieke gesprekken en houd het zo licht en laagdrempelig mogelijk.
- Werk aan een vertrouwensband.
- Organiseer activiteiten om de zichtbaarheid te vergroten
‘Wie zijn wij om te klagen?’
De gemeente Stichtse Vecht vangt ongeveer tweehonderd Oekraïense ontheemden in gemeentelijke opvanglocaties op, verspreid over drie locaties. Daarnaast verblijven er nog ruim 150 Oekraïense vluchtelingen bij particulieren binnen de gemeente. De welzijnsorganisatie MOmenz kreeg van de gemeente de opdracht om maatschappelijke participatie van Oekraïense vluchtelingen te coördineren. De medewerkers van MOmenz zagen dat Oekraïense ontheemden die kampten met problemen, om uiteenlopende redenen, moeite hadden met het vragen van hulp.
Marianne van der Krans, projectleider Oekraïne bij MOmenz, legt dit uit: ‘Mensen die slecht slapen, die vragen niet snel hulp. Ze denken: we zijn veilig, we hebben een dak, onze familie is in Oekraïne… wie zijn wij om te klagen? Bovendien denken Oekraïners bij psychische klachten meteen aan psychologen. Vaak is er lichtere hulp nodig, maar daar hebben ze geen zicht op.’
‘Het was nodig om vaker in gesprek te gaan en te voorkomen dat zij in een crisis zouden raken.’
Om inzicht te krijgen in hun mentale en fysieke gezondheid, startten de gemeente Stichtse Vecht en MOmenz intakegesprekken voor alle (nieuwe) bewoners van de gemeentelijke opvang en mensen die bij particulieren verbleven. Op deze manier hoopten beide partijen mensen beter op weg te kunnen helpen en waar nodig passende hulp te kunnen bieden. Zij zagen dat voor veel mensen lichte hulp vaak al genoeg was, zoals een paar ondersteunende gesprekken met MOmenz, een gesprek met de POH-er of de inzet van een wijkteammedewerker.
Slechts een klein aantal mensen had toch meer intensieve begeleiding nodig, zoals hulp van een psycholoog en/of traumabehandeling. Het was dan nodig om vaker met deze mensen in gesprek te gaan en te voorkomen dat hun mentale gezondheid verder verslechterde. Daarom werd besloten om iedere vier à vijf maanden zogenaamde checkgesprekken te voeren. De gemeente stuurde iedere bewoner een brief waarin zij de gesprekken aankondigde. Ook meldde de brief dat MOmenz, de gesprekken zou gaan uitvoeren en dat die geen inhoudelijke terugkoppeling zou geven aan de gemeente over wat er zou worden besproken.
Altijd het uitgangspunt het gesprek laagdrempelig te houden
Tijdens de checkgesprekken vroegen medewerkers van MOmenz meer door naar de mentale gezondheid om te achterhalen hoe het met mensen gaat. Het doel was niet om direct heel zware onderwerpen te bespreken, maar om contact te leggen. Ieder gesprek werd gestart met de mededeling dat alles vertrouwelijk was en dat de bewoners niets hoefden te vertellen wat zij niet wilden delen.
Soms duurde een gesprek een half uur, een andere keer meer dan een uur, maar altijd met het uitgangspunt om het gesprek zo laagdrempelig en licht mogelijk te houden. Ook waren alle gesprekken op locatie zodat mensen weinig moeite hoefden te doen. Veel bewoners vonden het spannend, dus kregen ze de optie om iemand mee te nemen. Dan kwamen mensen soms met z’n tweeën, bijvoorbeeld iemand van een gastgezin. Zo zorgde MOmenz ervoor dat de drempel om in gesprek te gaan zo laag mogelijk bleef.
‘Na de gesprekken is het van belang zichtbaar en betrouwbaar te zijn.’
Aanvankelijk moesten mensen wennen aan de gesprekken, vertelt Marianne: ‘In het begin merkten we terughoudendheid. Er is achterdocht naar alles wat kan worden gezien als overheid. Dus we hebben veel geïnvesteerd in vertrouwen. We doen ook andere activiteiten, zoals informatieavonden en andere uitjes. Hierdoor zijn we zichtbaar en weten mensen ons makkelijker te vinden.’
Eerst kwamen er in de gesprekken vooral praktische dingen aan bod, zoals vragen over vaccinaties, kinderopvang en zwemlessen. Door mensen goed te informeren over deze vragen en door zichtbaar te zijn, werkten het team van MOmenz aan een vertrouwensband. Hierdoor kwamen steeds meer mensen naar de checkgesprekken, legt Marianne uit: ‘Na de gesprekken is het vooral van belang om zichtbaar en betrouwbaar te zijn. Dus heb je beloofd om iets uit te zoeken, dan probeerde wij dat ook snel te doen en hiervan een terugkoppeling te geven.
Door af en toe een kletspraatje te maken of nog even na te vragen hoe het nu gaat, werken wij ook aan vertrouwen. De belangrijkste slag hebben wij geslagen doordat mensen die het gesprek hadden gehad er enthousiast over waren en dat deelden met medebewoners.’
Door de versterkte vertrouwensband veranderde de aard van de vragen
Vanwege de versterkte vertrouwensband begon de aard van de vragen te veranderen. Mensen begonnen meer te praten over hun mentale gezondheid. Ze gaven aan zich somber te voelen, of hadden last van slapeloosheid als gevolg van de moeilijke situatie waarin ze zaten. Andere hadden een kind dat ingewikkeld gedrag vertoonde en vroegen medewerkers om mee te denken. Per gesprek werd gekeken wat er nodig was, zonder het gelijk heel groot te maken. Alleen al het erkennen dat een situatie heftig is, zorgde soms al voor een gevoel van opluchting.
In andere gevallen werden handvatten geboden om met moeilijke situaties om te gaan. Laagdrempelige gesprekken kunnen een onderdeel zijn van monitoring, maar sommige problemen werden niet opgelost met laagdrempelige gesprekken. Als er werd gesignaleerd dat er ernstige psychische problemen speelden, verwezen ze door naar een huisarts of praktijkondersteuner. In gevallen van mogelijk trauma gaf de huisarts een doorverwijzing voor een behandeling van een psycholoog.
Om mensen goed advies te kunnen geven, is er regelmatig multidisciplinair overleg
Door regelmatig laagdrempelige gesprekken wordt de drempel verlaagd
Het gegeven dat rond de 180 bewoners binnen de gemeentelijke opvang, van de 200 in totaal, zelf kiezen voor een checkgesprek, onderstreept dat er behoefte is om over psychosociale problemen te praten. De checkgesprekkenhelpen om de behoefte te inventariseren en er wordt beter en sneller gesignaleerd of mensen hulp nodig hebben. Door regelmatig laagdrempelige gesprekken te voeren en aanwezig te zijn wordt de vertrouwensband versterkt. Dit maakt het voor Oekraïense ontheemden makkelijker om over moeilijkere onderwerpen te praten en hun behoeften te uiten. Zo kunnen mensen beter worden geïnformeerd en adequater worden geholpen.
Gesprekstechnieken
MOmenz heeft mensen ingewerkt om gesprekken te voeren. We adviseren om niet zomaar gesprekken te voeren, maar eerst een training/cursus te volgen. Kijk hier voor het aanbod.
Ook kun je de PROTECT vragenlijst afnemen voor vroeg signalering van mogelijk aanwezige psychische klachten.
Bron:
Dit interview is afgenomen door: Loket Ontheemden Oekraïne PSH
Heb je vragen neem contact op met:
Wijzer in Nederland | Maatschappelijk makelaar | Oekraïne
Wijzer in Nederland | Maatschappelijk makelaar | Oekraïne
Wijzer in Nederland | Maatschappelijk makelaar | Oekraïne
Wijzer in Nederland | Projectleider | Oekraïne